Het gebeurt me niet vaak, dat ik schrijf over allerlei bezienswaardigheden en activiteiten in Schotland vanuit een van de adressen waar ik mee werk voor mijn klanten, maar uitzonderingen vormen de regel, dus here we go.
We verbleven zelf 4 nachten in 1 van de 3 vakantiewoningen op het platteland op loopafstand van Castle of Mey. De woningen zijn niet luxe, maar alles wat je nodig hebt is aanwezig, het is er heerlijk stil en er staat een welkomstmandje klaar, wat je een gevoel geeft dat je heel welkom bent. We vonden het heerlijk in de vakantiewoning waar je zo op de zee uitkijkt en Orkney ziet liggen, in het haventje liggen vaak zeehonden en de eigenlijk altijd
aanwezige wind blaast de spinnenwebben lekker uit je hoofd.
Je kunt vanuit deze vakantiewoningen allerlei kanten op en aan het einde van de dag kom je dan lekker terug op je vaste stek. Geen gepak en getrek, heerlijk !
Het al genoemde Castle of Mey, waar Prins Charles een belangrijke rol speelt, voelt alsof de familie er gewoon nog woont en waar knutselwerkjes van generaties (klein)kinderen hangen, kleding, brieven, kortom lekker kneuterig en warm. Er is ook een boerderij bij met gewoon vee, maar ook rassen die niet zo veel voorkomen en die hier vertroeteld worden. De Queen Mother, Queen Elizabeth’s moeder, zag Barrogill Castle, zoals het toen heette in 1952 voor het eerst toen ze in rouw was
na de dood van haar echtgenoot King George. Ze genoot van de geïsoleerde ligging en de prachtige natuur en besloot om het kasteel te kopen en te herstellen en het zo voor de komende generaties te behouden. Zij legde ook de mooie tuin aan. Als de Queen mother hier verbleef hield ze echt vakantie en hiuurtje per dag ‘kantoor’ . Daarna ging ze naar buiten om met haar
corgies te wandelen of lange ritten te paard te maken. Haar gezelschapsdame kwam natuurlijk ook uit een zeer gegoede familie en zij werd de grootmoeder van Diana, dus misschien was de verbintenis tussen Charles en Di helemaal niet zo toevallig, maar gearrangeerd door de beide oma’s. Wie weet?
Eind juli begin augustus zijn de Highland Games, waar Prins Charles ook altijd bij is en hij voegt zich dan gewoon tussen het publiek. Het kan dus voorkomen dat je ineens wel naast een hele bekende Brit staat.
Ook een prachtige plek om naar toe te gaan is het natuurreservaat Dunnet Head, waar enorme kolonies zeevogels verblijven. In het voorjaar en vroege zomer zijn er ook papegaaiduikers. Er zijn geen faciliteiten zoals toiletten, bezoekerscentrum, maar wel 2 trails met informatie borden en uitzichtplateaus. Ook vanaf de grote parkeerplaats prachtig uitzicht. Op de noordelijkstestaat
Dunnet Lighthouse, dat noordelijker ligt dan Moskou of Alaska. De ramen staan op 105 m. boven het water, maar toch zijn ze kapotgeslagen door stenen die door de zee in de lucht.
Een andere ‘must’ go plek in ieder geval voor Gin liefhebbers is Rock Rose Gin ( Dunnet Bay Distillers). De planten en kruiden worden zorgvuldig uitgezocht en geplukt voor Elizabeth, de traditionele koperen ketel haar werk gaat doen. De dampen gaan over de mand met kruiden, die er vervolgens voor zorgen dat de Rock Rose gin smaakt zoals ze smaakt. Alleen het hart wordt gebruikt en niet het hoofd en de staart (dit gebeurt ook bij whisky). De flessen worden met de hand gevuld en afgesloten met was voor ze een nummer krijgen en van een handtekening worden voorzien. De distilleerderij is dagelijks ( behalve op zondag) geopend en er zijn regelmatig rondleidingen.
Nu we het toch over drank hebben kan Wolfburn Distillery bij Thurso natuurlijk niet ontbreken. Het is de nieuwste distilleerderij in dit gebied, die in 2013 heropend werd, nadat er eigenlijk niets over was van de oorspronkelijke distilleerderij. Het logo en de naam komen uit een tekening door Konrad Gesner, een bioloog uit de 16e eeuw. De wolf was in die tijd een gewoon dier in het verre noorden van Schotland en aan de kust leefde een buitennatuurlijk familielid: de zeewolf. De gene die de zeewolf kon zien kon geluk en welvaart verwachten. Openingstijden: 1 april t/m 31 okt. van ma t/m vrij van 10.00 – 16.30 en de rondleiding is om 14.00.
En het blijft maar feest voor de drankfans, want in Wick staat natuurlijk de Old Pulteney Distillery.
Opgericht in 1826 in een tijd waarin er nog geen wegen naar Wick waren en de distilleerderij afhankelijk was van de scheepvaart om de gerst aan te voeren en de malt whisky te verschepen. Wick werd beroemd door de vaten zilver (haringen) en de vaten goud (de whisky). De whisky wordt nog steeds op dezelfde traditionele wijze gemaakt en ook het karakter is nog steeds het zelfde: een heerlijke whisky zonder turfachtige smaak. De rondleidingen vinden plaats om 11.00 en 14.00, maar u kunt ook vragen om een andere tijd als u contact opneemt.
Je bent nu toch in Wick dus ook daar maar even rondkijken. Het is een wat mistroostig plaatsje, waar eigenlijk alleen het stukje bij de haven nog wat levendig is.
De naam Wick komt van het Noorse woord voor baai en de Vikingen waren de eersten die de mond van de River Wick gebruikten als een haven voor hun boten. Wick wordt al in 1140 genoemd en de invloed van hun taal op de plaatsnamen is er nog steeds. Koning James VI maakte Wick tot een Royal Burgh in 1589.
Wick was Europa’s eerste vissershaven voor haring tijdens de 19e eeuw. Thomas Telford had al in 1790 een haven ontworpen waar plaats was voor 300 schepen en een nieuw dorp op de zuidelijke oevers van de rivier waar 1000 mensen konden wonen. Het nieuwe dorp werd Pulteneytown genoemd naar een voormalige voorzitter van de Britse Fisheries Society. In 1807 was de nieuwe haven klaar, maar hij was al snel te klein en werd verder uitgebouwd. Er stonden in die tijd 17 rokerijen en er werden ong. 50.000 vaten haring gerookt die vervolgens geëxporteerd werden. Er werkten 650 kuipers, die ternauwernood het benodigde aantal vaten konden maken. De haringen hadden de prachtige naam: Silver Darlings! Wick staat ook in het Guinness Book of Records omdat hier het kortste straatje in de hele wereld is. Ebenezer Place is 2.06m. Het is het smalle stukje van het Mackays Hotel en men beschouwde dat in 1883 als een straat.
Ongeveer 5 mijl ten noorden van Wick ligt Castle Sinclair Girnigoe op een lang, smal stuk grond dat uitsteekt in Sinclair Bay en de Noordzee. Het is van het vasteland gescheiden door eigenlijk 1 zeearm, een goe, het viking woord voor rots of inham of diep ravijn, waar de zee kan komen. Verder is er een droge geul waar vroeger een ophaalbrug naar het kasteel was die beschermd werd door een barbican.
Er zijn twee groepjes gebouwen, die ook weer door een droge geul gescheiden zijn. Dit imposante fort werd in de 14e eeuw gebouwd en regelmatig verbouwd zodat het weer voldeed aan de eisen van de nieuwe tijden tot het in de 17e eeuw verlaten werd en deels werd afgebroken. Het is met Caithness leisteen gebouwd en rode zandsteen en was eens wit. Door de opgegraven voorwerpen kon men afleiden dat het kasteel een behoorlijk hoge status had en altijd de laatste moderne snufjes had. Het kasteel is geopend van begin mei tot eind september. Er is een nieuwe toegangsweg gekomen en er zijn borden met uitleg. De wandeling van ong. 750 m. vanaf de parkeerplaats bij Noss Head is vrij vlak, maar goede wandelschoenen zijn wel belangrijk.
Na alle drankgelagen in de 3 distilleries nu maar eens wat lichamelijke inspanning met een aantal wandelingen langs de prachtige kust. De allermooiste vind ik zelf de Duncansby Head Walkbij John O’Groats, die start op de parkeerplaats aldaar. Je ziet de prachtigste seastacks (grote stenen pilaren in het water) en enorme gaten in de grond, bogen tussen de rotsen, heel veel vogels en vooral als het wat winderig is, slaan de golven tegen de kust: Awesome!! Het is een wandeling van ruim 8 km. maar je kunt natuurlijk ook gewoon eerder omdraaien en terug naar de parkeerplaats lopen.
Nog een hele bijzondere wandeling is de Holborn Head Walk vanuit Scrabster. Hij is 7.5 km. lang, je doet er ong. 2 uur over en de stijging is 120 m. Ook hier net als bij John O’Groats stacks, geo’s (diepe gaten) , blowholes ( het water spuit recht omhoog) , vogels en als je geluk hebt zeehonden/dolfijnen.
En dan zijn er natuurlijk nog de Whaligoe Steps and the Cairn of Get.
Deze wandeling bestaat uit 2 delen. Het eerste stuk gaat naar de Cairn of Get en het tweede stuk naar de Whalligoe Steps. De trap met 360 treden leidt naar een van de minst toegankelijke haventjes en werd gebruikt door de vissersvrouwen. De trap is heel steil, dus opletten is zeer belangrijk. Onderaan de trap is een vlak stuk grond waar vroeger een lier stond om de gevangen vis uit de boten te takelen of om de boten uit het water te halen. De vissersvrouwen droegen vervolgens alle vis in manden de trap op en soms werd de haring ter plekke gezouten en weer in schepen geladen voor de export. In dit geval droegen de vrouwen ladingen zout van boven naar beneden. Op het hoogtepunt van de haringvangst waren er 24 vissersboten aan het werk. De naam komt van Whale Geo: gestrande walvissen werden hier naar toe gebracht en geslacht en bewerkt.
Na al dit moois, moet u nu weer omhoog en verdient u een drankje of wat lekkers na al die inspanning en dat kan in het kleine cafeetje met een hele enthousiaste eigenaar, die veel over deze plek kan vertellen.
Als u de weg oversteekt loopt u richting de Cairn of Get, een heel goed bewaard gebleven grafkamer. Deze grafkamer komt uit het brons tijdperk en had toen een dak, maar is nu open. Een gang leidt naar een binnen kamer tussen twee rechtopstaande platen steen. In deze omgeving staan veel meer overblijfselen uit het brons tijdperk.
Als u meer wilt weten over de brochs in Caithness moet u echt een bezoekje brengen aan Caithness Broch Centre bij Auckengill , waar een prachtig overzicht gegeven wordt over de vele brochs ( verstevigde woon/werktoren) , die zo veel verschillende functies hadden zoals bijv. Thing’s Va Broch, die dienst deed als een Viking parlement. Open ma t/m vrij in april, mei, juni en sept .van 10.30 – 16.30 en in juli en aug ook op za en zo van 10.30 – 16.30. Toegang gratis.
Na al het natuurgeweld nog even in een klein stadje kijken? Caithness Horizons Museum and Art Gallery is heel interessant, vooral omdat er 3 totaal verschillende vaste exposities zijn. De stenen in de Early Medieval (vroeg middeleeuwse) tentoonstelling komen uit de 6e t/m 11 eeuw en de grootste stenen komen van de Pikten, die in die tijd heersten in dit deel van Schotland. Zij gebruikten prachtige kruisen en andere symbolen, die meestal op 1 zijde van de steen stonden. Hier vindt u echter ook stenen die een kruis aan beide kanten hebben en de afbeeldingen zijn ook ingewikkelder en komen vaak uit verder gelegen gebieden als Engeland en verder waar Caithness mee in verbinding stond.
Een andere tentoonstelling in het museum is The History of the Dounreay Nuclear Research Establishment. Sinds de oprichting van Dounreay in 1955 heeft het een grote invloed op dit gebied gehad in sociaal en economisch gebied. Nu is het gesloten en wordt het schoongemaakt en afgebroken. Om de geschiedenis van Dounreay voor de toekomst te bewaren en te interpreteren is er een Heritage Advisory Panel opgericht waarin Caithness Horizons de taak op zich genomen heeft om een deel van de voorwerpen in wisselende tentoonstellingen te laten zien.
Verder is er nog het Robert Dick Herbarium: het levenswerk van de lokale bakker, die geologie en planten zoeken en drogen als hobby bedreef. Hij was autodidact en heel kundig en had contacten overal in de UK. De bewoners realiseerden zich echter pas na zijn dood wat een bijzondere man hij was en hoe veel kennis hij bezat. Ze zamelden geld in voor een obelisk van graniet , die nog steeds op het kerkhof staat. De enorme collectie planten wordt nu met geld van de regering gerestaureerd. Er is een draagbaar museumpje gemaakt, dat scholen kunnen lenen. Het zit in een kist en kan helemaal uitklappen.
Genoeg plekken en activiteiten om je er een aantal dagen te vermaken en dan heb ik nog niet eens genoemd dat je ook een dagtocht naar Orkney kunt maken. Je rijdt zelf naar John O’Groats, stapt ’s morgens om 8.30 op de boot en bij de aanlegplaats op Orkney staat een busje klaar, waarmee je het hele eiland overrijdt naar de meest beroemde plekken: Kirkwall, Stromness, Skara Brae, Churchill Barriers, Ring of Brodgar en Stones of Stenness en Italian Chapel en u hebt vrij veel vrije tijd. Entreeprijzen van Skara Brae en Italian Chapel zijn niet inclusief. De chauffeur vertelt een hele boel over de plekken waar je langskomt, waardoor je veel ziet en veel te weten komt zonder dat je er zelf veel moet doen. Ideaal! Aan het eind van de middag en in het hoogseizoen om 19.00 vaar je terug, vele ervaringen rijker.
Houdt u van natuurgeweld, wandelen, whisky, gin en het rijden over smalle maar vaak wel vrij rustige weggetjes, dan is de North Coast 500 een geweldige ervaring.
We zullen het graag voor u regelen met verblijf in vakantiewoningen, B&B’s, een wat groter Guest House en ook een aantal nachten in een hut (a tiny house, die wij trekkershut, maar dan veel luxer zouden noemen) op waanzinnig mooie plekken behoort tot de mogelijkheden.
Kijk bij North Coast 500, het ultieme rondje in 14 dagen.