Op 28 maart j.l. vertrokken we met zijn 2tjes naar Schotland om weer mooie plekken te ontdekken voor nieuwe reizen naar Schotland voor de klanten van TravellingWELL.nl.
Visit Scotland regelde ons onderdak voor de eerste 3 nachten vóór de Visit Scotland Expo en de 2 nachten die we in Glasgow doorbrachten tijdens de beurs. Ook kregen we een ASVA pas, waarmee we gratis toegang hadden tot talloos veel bezienswaardigheden en met egards behandeld werden. Dank, dank duizend maal dank aan Visit Scotland!
Op onze eerste dag brachten we een bezoek aan het stadje Jedburgh met de schitterende ruïne van de Abbey, the Castle & Jail Museum en het Mary Queen of Scots Visitor Centre: allen zeer een bezoekje waard. Vooral het Visitor Centre van Mary was buitengewoon boeiend: mooie verhalen, afbeeldingen, voorwerpen, waardoor het waas van geheimzinnigheid dat altijd om haar heen hangt, wat doorzichtiger werd.
Hoewel In my end is my beginning, natuurlijk nog steeds veel vragen oproept!
Vervolgens sloegen we een heel smal weggetje op om bij Scot’s Viewpoint te komen. Ik had het prachtige verhaal van het paard van Sir Walter Scott gehoord en wilde natuurlijk die plek gewoon zien. Sir Walter Scott stopte hier altijd om van het uitzicht te genieten. Toen hij stierf en men als eerbetoon de koets met zijn lichaam ook naar deze plek reed, stopte zijn
paard vanzelf omdat dat altijd gebeurde. Ontroerend toch?
Daarna op naar het punt met het metershoge standbeeld van William Wallace, één van Schotlands helden in de strijd tegen Engeland, die o.a. in The Wallace door Alistair McDonald zo mooi bezongen wordt. Hij kijkt uit op het zelfde dal als Sir Walter Scott en ik ken heel wat slechtere plekken!
De tweede helft van de trip ging hoog langs de Tweed, de belangrijke rivier voor vissers, en eindigde in B&B Craigend in the middle of nowhere buiten het dorpje Coalburns. Prachtige B&B met 3 grote, luxe slaapkamers en eigenaresse Heather, die veel van de omgeving weet, maar ook om allerlei vreemde Schotse humor kan lachen en dat op haar website zet. Wat dacht u van: I love Scottish
Summer. It’s my favourite day of the year.
De volgende dag besteedden we grotendeels aan New Lanark, een gerestaureerde katoenspinnerij uit de 18e eeuw, die op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO staat. Robert Owen, de eigenaar, veranderde het leven van de arbeiders door hen scholing te geven, kinderarbeid en lijfstraffen af te schaffen, goede huizen te bouwen en hen bonnen te geven waarmee ze betaalbare kleding en voedsel konden kopen in het winkeltje op het terrein. De voorloper van de Coöperatieve organisaties. Een knap staaltje werk van deze man en ik bewonder hem ook zeer, maar na onze bezoeken aan de tentoonstellingen, waar hij beschreven wordt
als een soort God, werd ik er enigszins misselijk van, maar dit terzijde.
Het is een prachtig en zeer uitgestrekt complex: de fabriek, de huisjes, de winkeltjes, het huis van Robert Owen en de tentoonstellingen zijn uiterst modern met filmpjes en een reisje door de tijd in een karretje. In één van de hallen is nu een groot restaurant en een prachtige winkel. Gelukkig komen we ook hier Schotse humor tegen: wat zouden de vrouwen die hier de was moesten doen denken van onze moderne wasmachines? “Even men can do it!!”
Het hele complex ligt aan de woeste Clyde en de wandeling langs de rivier met de watervallen heeft zeker toegevoegde waarde, niet alleen voor het uitzicht, maar ook omdat helemaal boven een roofvogel observatory is, waar slechtvalken gespot kunnen worden. Er is ook een webcam met live opnamen.
Het door de afgelopen dagen autorijden lui geworden lichaam moest maar eens aan het werk gezet worden, dus maakten we een wandeling in de omgeving van het dorpje Douglas door een schitterend aangelegd park met enorme vijvers in een gebied vol historische plekken: St. Bride’s Church met het mausoleum van de belangrijke Black Douglass familie, een monument voor de Cameronians, the Polish Memorial Garden en Castle Dangerous, een ruïne die door Sir Walter Scott deze mooie naam kreeg in een van zijn romans. Een lekkere wandeling langs het water, hoog door het bos en dan terug door de weilanden met uitzicht op de vijvers. Een aanrader!
Op naar een heel stil deel met uitzichten van hier tot Tokyo: het gebied waar het Museum of Lead Mining in Wanlockhead ligt op 461 m. en daarmee het hoogst gelegen dorpje in Schotland. In dit gebied waren heel veel mijnen en het dorpje telde in de 19e eeuw een paar duizend inwoners, terwijl er nu nog 20 huisjes staan met ong. 50 mensen. De gids was een gepensioneerde man, die tot in de kleinste
details vertelde hoe alles in zijn werk ging en met een enthousiasme, dat zeer aanstekelijk werkte. We gingen een klein stukje de mijn in, die er precies uitzag zoals het geweest moet zijn zonder fratsen en sfeerverlichting, waardoor het zware leven dat de gezinnen hier leidden bijna voelbaar werd. Een mooie ervaring.
De volgende overnachting was in de nog kleinere B&B Riggs Cottage van eigenaresse Kate. Lekker rommelige lounge, maar wel met een houtbrander, die er lustig op los brandde, een prima slaapkamer en een heerlijk ontbijtje. Kate houdt niet zo van opsmuk en dat past heel goed bij de prachtige stille plek waar haar B&B ligt.
Robert Burns, de extravagante vagabond/dichter/boer schreef honderden gedichten over het door hem geliefde Schotland, over de strijd tegen de Engelsen, de dappere Schotten, die nooit opgaven en hij is dan ook nog steeds dé dichter en uitermate geliefd. Er is een groot bezoekerscentrum voor hem opgericht: Het Burns Birthplace Museum bij Ayr.
Het grote hoofdgebouw heeft een tentoonstelling over Robert Burns met heel veel dichtregels, boeken, meubelstukken en voorwerpen uit die tijd en heel leuk voor kinderen en volwassenen: allerlei interactieve spelletjes.
Op het terrein staat het huisje waar hij geboren werd en woonde in zijn jeugd, het kerkje waar de familie ter kerke ging en begraven is en de tuin met het monument. Voor ons Nederlanders is het soms allemaal een beetje moeilijk te begrijpen, maar voor de Schotten van onschatbare waarde!
Het hield maar niet op, een bezoek aan nog een zeer beroemde Schot: Charles Rennie Mackintosh (1868 – 1928), de meester van Nouveau Art, wiens werken je in de omgeving van en in Glasgow kunt bewonderen. Wij gingen naar House for an Art Lover aan de rand van Glasgow en ik was ‘flabbergasted’ !! Wat een genie en alles tot in de kleinste details doorgevoerd in het hele ontwerp: de
druppelvormige afbeeldingen, het donkere hout, de panelen en ramen, de strakke meubels: verpletterend mooi!
Het gezegde dat er achter iedere grote man een grote vrouw moet zijn gaat ook hier op: zijn vrouw Margaret MacDonald heeft een immens grote invloed op zijn werk gehad en eigenlijk zijn alle werken coproducties.
De laatste bezienswaardigheid die we tijdens dit korte tripje bezochten was het volledig vernieuwde Battle of Bannockburn Visitor Centre bij Stirling. Het is in 2014 700 jaar geleden dat de Battle of Bannockburn plaatsvond en de Schotten o.l.v. Robert the Bruce, king of Scotland, de Engelsen versloegen en dat wordt in dit jaar groots gevierd met een 2 dagen durende veldslag op 23 en 24 juni. Maar ook zonder Battle is het een bijzondere attractie: alles is interactief, je kunt je eigen
veldslag creëren, je staat midden in de strijd, pijlen vliegen je om de oren, personages vertellen over hun leven, kortom actie alom! Buiten kun je het slagveld betreden en vind je het standbeeld van Robert the Bruce.
Genoeg toeristische bezienswaardigheden: er moest gewerkt worden. Op naar Visit Scotland Expo in de grote evenementen hal in Glasgow. Ik had afspraken van 9.30 – 16.30 en rende van de ene mooie stand naar de andere om te praten met Schotse ondernemingen van heel klein tot heel groot, die allemaal probeerden om mij hun diensten te verkopen. Schitterend om te zien met hoeveel enthousiasme en inzet zij dat allemaal doen.
Verder waren er mooi verklede mannen en vrouwen, standbeelden, hapjes en drankjes en muziek.
En alsof het al niet genoeg was, kreeg ik een slang om mijn nek en werd op de foto gezet. Een echt feestje!
’s Avonds gingen we met alle kopers/verkopers naar Merchant Square, de voormalige fruitmarkt, om feest te vieren. Er was een geweldige band, die opzwepende trommel muziek ten gehore bracht en daarna een trio dat de begeleiding deed en de instructies gaf voor de Ceillidh (dansen), waaraan iedereen mee mocht doen. Geweldig om te zien hoe de deelnemers zicht in het zweet werkten en de violiste steeds enthousiaster en sneller begon te spelen. We mochten zelf kiezen in welke van de 4 deelnemende restaurants we ons voor- en nagerecht wilden gebruiken en het smaakte heerlijk.
De volgende dag reden we terug naar Hull en was onze zakelijke trip helaas weer afgelopen en moeten we weer een jaar wachten op de volgende Visit Scotland Expo en alles er omheen.
Met grote dank aan Visit Scotland, die dit hele gebeuren zo fantastisch georganiseerd heeft!
Wilt u dit reisje ook maken of een vergelijkbaar reisje in dit gebied? Kijk op TravellingWELL.nl of neem contact op en we stellen een reisje samen met precies die bezienswaardigheden, die uw voorkeur hebben.