The Little Chapel, een zeer toepasselijke naam, werd in 1914 eigenhandig gebouwd door Brother Deodat (door God gegeven). Zijn plan was om een miniatuur versie van de beroemde grot en basiliek in Lourdes te maken.De kapel is prachtig gedecoreerd met schelpen, keitjes en kleurige stukjes porselein.
Waarom kwam deze kapel tot stand op het eiland Guernsey?
In 1680 stichtte Jean-Baptiste de la Salle The Brothers of the Christian School, een religieuze broederschap van mannen die zich met de opleiding van jongens bezighield. De orde groeide en bloeide en aan het begin van de 20e eeuw waren er meer dan 6.000 broeders.
In 1904 kwam er in Frankrijk een anti- religieuze wet waarbij alle scholen voor christelijk onderwijs verboden werden en duizenden religieuzen verlieten het land om hun werk in verbanning voort te zetten. Een groep van de la Salle broeders ging in 1904 naar Guernsey en zij kochten Les Vauxbelets.
Zij bewerkten het land, bouwden een grote houten hut, een gebouw van steen en een boerderij en stichtten een landbouwschool.
Broeder Deodat arriveerde er in 1913. Toen hij de helling zag tegenover de vallei kwam het idee in hem op om daar net zo’n grot te bouwen als die in Lourdes. Hij bouwde een piepkleine kapel van 2.75 m bij 1.32 m, maar kreeg hevige kritiek dus brak hij hem vervolgens weer af. Einde kapel 1.
Hij begon al ras met een nieuwe grot en in juli 
1914 was die klaar en werd officieel ingewijd. Hij bouwde er een kleine kapel naast van 2.75 m. bij 1.83m. en deze kapel overleefde tot september 1923. Deodat brak hem echter toch weer af nadat de Bisschop van Portsmouth, die een enorme omvang had, niet naar binnen kon. Einde kapel 2.
De derde kapel, die er nu nog steeds staat, werd 
gebouwd, maar het kostte enorm veel tijd omdat Deodat in zijn eentje alle keitjes en stukjes porselein verzamelde om het heiligdom te verfraaien. Nadat The Daily Mirror echter een artikel over Deodat en zijn kapel plaatste kwam alles in een stroomversnelling. Eilanders brachten porselein, de Luitenant-Gouverneur van het eiland bood zelfs bijzonder paarlemoer aan en vanuit de hele wereld stroomden de 
mooiste stukjes porselein toe.
De landbouwschool was intussen een succesvolle jongensschool geworden en toen die ophield te bestaan, werd er een taleninstituut voor buitenlandse studenten gevestigd.
In 1999 stond Brother Christantian voor een 
moeilijk besluit: Het landgoed moest verkocht worden, maar wat zou het toch prachtig zijn als de kapel als erfgoed behouden zou blijven. Hij kreeg een visioen waarin het hem duidelijk werd dat hij het landgoed aan Blanchelande Girls’ College aan moest bieden.
Blanchelande Girls’ College werd door nonnen geleid, maar had eigenlijk geen goede plaats en 
moest regelmatig verhuizen. Zij waren vanzelfsprekend erg in hun nopjes dat ze dit prachtige landgoed mochten gebruiken voor hun school en namen vanaf dat moment de zorg voor The Little Chapel over met hulp (zoals ze zelf zeggen) van de broeders die over hen waken (Broeder Christiantian ligt er begraven met nog enkele andere medebroeders).
Om te vieren dat de kapel 100 jaar geleden ingewijd werd, hebben de leerlingen en personeel van Blanchelande de versieringen afgemaakt aan het plafond en in de crypte en hebben leden van de plaatselijke Catenian Association en de Knights of St. Colomba een kruisweg aangelegd om de kapel heen. Ook dit is weer een miniatuur versie van die in Lourdes.
De kruisweg bestaat uit 14 staties en The Little Chapel zelf wordt beschouwd als de 15e en symboliseert de Wederopstanding van Jezus. Ieder jaar wordt er op 15 augustus, Maria Hemelvaart, een fakkeltocht gehouden.
De kapel is gratis te bezoeken, maar een donatie wordt zeer op prijs gesteld.
Kijk voor alle informatie op de website van The Little Chapel
Tina Somberg 